Notitie van Firoez Azarhoosh en Sjaak Blenk tbv Kracht van Mokum
Inleidend
Actieve Amsterdamse bewoners hebben zich verenigd, in Kracht van Mokum.
Kracht van Mokum is hét netwerk van Amsterdamse bewonersnetwerken. Het is de verbindende schakel tussen al die Amsterdammers die zich inzetten voor elkaar en voor de stad.
Kracht van Mokum is ook de gesprekspartner van de gemeente Amsterdam, om te zorgen voor betere ondersteuning, faciliteiten, invloed en zeggenschap voor alle bewoners en bewonersnetwerken. Als beide partijen participatie willen bevorderen is de vraag: “Hoe geef je daar invulling aan?” Deze notitie is daartoe een aanzet.
Het is geïnspireerd op de ervaringen en soms ook teleurstelling in het participatiebeleid van de gemeente Amsterdam. In theorie klinkt het goed maar in de praktijk pakt het anders uit. De notitie is ook geïnspireerd op een blog van Marleen Stikker als voorzitter van het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving getiteld: “Maatschappelijk initiatief als ‘derde weg’ voor participatie”
Marleen Stikker slaat de spijker op de kop.
“Als je mij vraagt wat participatie is, dan denk ik vooral aan het initiatief uit de maatschappij. Ik denk dat we participatie te lang hebben gezien als het betrekken van de burger bij het beleidsproces van de overheid. Dat leidt zelden tot een goede dialoog of serieuze betrokkenheid. De vraag is eerder hoe we ervoor kunnen zorgen dat de overheid adequaat participeert in het initiatief van de samenleving.
Het maatschappelijk initiatief is in veel domeinen ongelooflijk sterk aan het worden; niet alleen in de energietransitie, maar ook bij opgaves op het gebied van wonen, vervoer en het sociale domein. Het maatschappelijk initiatief is een combinatie van actief burgerschap, collectiviteit en sociaal ondernemerschap. Het wordt ook wel de ‘derde weg’ genoemd: we hebben lang gedacht dat we alleen de overheid of de markt als betrouwbare route hadden om iets te bereiken, maar dat is een enorme beperking van de mogelijkheden. Ik zie dat maatschappelijk initiatief een serieuze factor is, waar je beleid op moet inrichten en modellen voor moet creëren”.
Het doel van “de kracht van Mokum”
Uit bezorgdheid in de samenleving en zeer specifiek binnen het sociaal domein, dat actief burgerschap niet (of onvoldoende) wordt gehoord door de overheid, is “Kracht van Mokum” ernaar op zoek op welke wijze zij “de overheid actief kan laten participeren in het initiatief van de samenleving”. Dit acht “Kracht van Mokum” nodig om de gewenste en noodzakelijke dialoog met die samenleving te kunnen bevorderen. Daarbij willen we de veelkleurigheid en meerstemmigheid binnen de samenleving voor het voetlicht brengen.
Het beleid van de gemeente Amsterdam op het gebied van participatie
De gemeente Amsterdam zegt het belangrijk te vinden om de bevolking een stem te geven in het gemeentelijk beleid. In het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente, een nieuw geluid’ schrijft zij: “Bewoners hebben net zulke goede, zo niet betere, ideeën als het stadsbestuur. Wij streven naar een open en transparant bestuur, een naar buiten gerichte organisatie die open staat voor maatschappelijk initiatief en een gebiedsgerichte werkwijze. We voelen het als onze verantwoordelijkheid om de zeggenschap van bewoners te vergroten.”
In het beleidskader van de gemeente 2020-2023 “Samen vooruit“; “Op weg naar een stevige sociale basis in Amsterdam”, is dit verder uitgewerkt. Daarin staat; “De sociale basis is het fundament dat de zorg en ondersteuning in de stad stabiliteit geeft“. Zeker in crisistijd is dat van fundamenteel belang. Voorts wordt in dit beleidskader gesteld: “Amsterdammers hebben baat bij een breed en laagdrempelig aanbod van activiteiten en ondersteuning in de eigen buurt of wijk. Dat helpt om zelfredzaam te zijn, talenten te ontwikkelen en mee te doen in de stad. Dat aanbod, of dat nou op initiatief van Amsterdammers, professionele organisaties, vrijwilligersorganisaties of de gemeente wordt georganiseerd, noemen we de sociale basis. Die basis is er voor alle Amsterdammers; jong en oud, kansarm en kansrijk. Zij vergroot de burgerkracht, zorgt dat Amsterdammers mee kunnen doen en voorkomt dat Amsterdammers met een kleine zorg- of ondersteuningsvraag in een zwaar traject terechtkomen. De gemeente Amsterdam wil dat dit aanbod stevig staat en overal in de stad beschikbaar is. Daarom werken we de komende vier jaar samen met partners en Amsterdammers aan het verstevigen van de sociale basis.”
Volgens het nieuwe coalitieakkoord van de vier collegepartijen “Samen Sterker uit de Crisis” van begin september 2020, willen zij “investeren in sociaal herstel”, waaronder “investeringen in sociale initiatieven in de buurt”. Zij nodigen “Amsterdammers en ondernemers uit bij te dragen aan het herstel, bijvoorbeeld door hun ideeën en suggesties met ons te bespreken.”
Waarom lukt het dan niet en wat moet er dan gebeuren
Bovenstaande beleid moet het netwerk van “Kracht van Mokum” toch als muziek in de oren klinken. Dit is precies wat we willen. Waarom lukt het als overheid en belangenorganisaties dan niet om elkaar te vinden?
Dat komt omdat het gemeentebeleid wel de “Bottom up” gedachte weergeeft, maar de uitwerking vooralsnog en voor een groot deel in een top-down structuur is vormgegeven (buurtbudgetten, gebiedsteams en stadsdeelcommissies zijn daar voorbeelden van). Wat er dus moet gebeuren is een sterke bottom-up structuur te creëren, die draagvlak heeft bij de bewoners en de politiek en die een positie waarborgt binnen de gemeentelijke organisatie (zowel ambtelijk als politiek bestuurlijk).
Van top down naar bottom up.
Aan initiatiefgroepen, netwerken, activiteiten- en belangenorganisaties geen gebrek. ‘Buurtplatforms’ genoeg dus. Zij vertegenwoordigen gezamenlijk de wensen van bewoners in het betreffende gebied. Het zijn actieve bewoners, die iets kunnen, willen en doen; en die een groep mensen aan zich hebben weten te binden om als collectief meer kracht te kunnen ontwikkelen. Het individueel belang van een initiatief blijkt dan een gezamenlijk gedragen belang te zijn. Men brengt vervolgens hun wens(en) voor het voetlicht en, indien nodig, vragen de daarvoor gewenste middelen. Dit gebeurt bij een ambtenaar, gebiedsmanager, stadsdeelbestuurder of via een gemeentelijke structuur (bijvoorbeeld de stadsdeelcommissie). Deze instanties hebben vaak niet de opdracht (soms niet eens de bevoegdheid) om zaken Bottom up vorm te geven. Ze beschikking slechts over top-down instrumenten om uitvoering te geven aan het beleid. Hier en daar met inspraak van de bevolking als daartoe regelgeving is vastgesteld. Zelfs dat is vaak een top-down structuur. Deze werkwijze is onderdeel van de werkcultuur van de overheid. Je kan het niemand kwalijk nemen, omdat die cultuur nu eenmaal zo gegroeid is. Bottom up gaan werken vraagt om gedrags- en cultuurverandering. Zowel bij de overheid als bij het maatschappelijk initiatief.
Op weg naar de dialoog structuur
Daarom is het nu noodzakelijk een werkmodel te creëren, die een strategische positie realiseert tussen het maatschappelijk initiatief enerzijds en de politieke en ambtelijke organisatie anderzijds. In eerste instantie is dit bedoeld om de noodzakelijke en gelijkwaardige dialoog vorm te geven. Maar tegelijk buigt deze overlegstructuur zich op benodigde ondersteuning voor de talloze initiatieven, activiteiten- en belangenorganisaties. Nieuwe of reeds bestaande initiatieven, activiteiten en ontwikkelingen stranden namelijk nogal eens. Dat komt omdat initiatiefnemers niet altijd goed de weg weten te vinden binnen de overheid, subsidieregelingen, fondswerving of sponsoring en dergelijke om hun ideeën te realiseren. Of men heeft onvoldoende kennis op het gebied van organisatie, management, het zorgdragen voor draagvlak, mediagebruik en dergelijke om hun idee kracht bij te zetten dan wel aan de man te brengen.
Daarnaast moet het model ook de overheid (bestuurders, raadsleden, ambtenaren) ondersteunen om actief te gaan participeren in het initiatief van de samenleving. Dat kan door middel van overleg, symposiums, informatie en advies, trainingen van betrokkenen en dergelijke. Maar vooral zal het model het platform moeten zijn, waar de dialoog tussen overheid en maatschappelijk initiatief op gang gebracht wordt en de voortgang van de dialoog wordt bewaakt tot een beargumenteerd resultaat is behaald.
Het model moet geen gemeentelijke maar een private professionele organisatie zijn per stadsdeel en gefaciliteerd door de centrale stad. Het kan een bestaande organisatie zijn of een nieuw op te zetten organisatie, die de gedragen bewonersbelangen en wensen inventariseert en hen ondersteunt in het proces tot realisatie daarvan.
Wat moet er gebeuren
Het platform “Kracht van Mokum” kan deze dialoog structuur, samen met het maatschappelijk initiatief nader uitwerken in een concreet plan. Voorts kan zij de ambtelijke en politieke organisatie daarvoor warm maken. Gezien het huidige gemeentelijke beleid op het gebied van democratisering en participatie, moet daarvoor steun bij hen te vinden zijn denken we bij “de Kracht van Mokum”.
De eerste belangrijke stap richting het gemeentebestuur is reeds gezet. “Kracht van Mokum” heeft van Rutger Groot Wassink de kans gekregen, om met een gedragen plan te komen. Deze notitie is een eerste aanzet daartoe.
De notitie kan als leidraad dienen voor de opzet van een symposium over participatie in het sociaal domein, naar een dialoogstructuur tussen overheid en burger. Het symposium heeft tot doel in overleg met elkaar te komen tot een gedragen structuur en concrete invullingen daarvan.